Kunstvereniging De Anderen

De Kunstvereniging De Anderen werd op 24 maart 1916 in Amsterdam door Erich Wichman, Louis Saalborn en Theo van Doesburg in het leven geroepen en richtte zich vanaf het begin van haar bestaan op de 'meest moderne kunstenaars' van die tijd. En volgens een kort na de oprichting gepubliceerde circulaire bestond het doel van de vereniging voornamelijk in het organiseren van permanente tentoonstellingen in Binnen- en Buitenland, voorts door het houden van voordrachten en het desgewenscht verkoopen van de werken van de met de vereniging verbonden leden.

Na de oprichting werd op 19 juli 1916 in het American Hotel in Amsterdam het definitief bestuur gekozen met Erich Wichmann als voorzitter, Johannes Tielens als vicevoorzitter, Theo van Doesburg als  1e secretaris, Louis Saalborn als 2e secretaris en Phocas Fokkens als penningmeester.

Onder de leden bevonden zich: Thomas Denier (pseudoniem van Gesinus ten Doesschate), Pieter Djurre Duursma, Laurens van Kuik, Agathe Wegerif-Gravestein en Bertha de Boer.

Om nog onbekende redenen heeft de vereniging slechts één tentoonstelling georganiseerd: van 7 mei tot 7 juni in Kunstzalen d'Audretsch in Den Haag. En ppeciaal voor deze tentoonstelling schilderde Van Doesburg zijn vandaag beroemd werk Mouvement Héroïque.

Onder de leden van De Anderen bevond zich ook Janus de Winter, die zich echter vlak voor de opening van de tentoonstelling bij D'Audretsch terugtrok. Van Doesburg verliet de groep later dat jaar om samen met Mondriaan, Huszár en Van der Leck de groep 'bewust abstracten' of 'werkelijk anderen' te vormen, waar later de De Stijl-groep uit voort zou komen.

In 1923 werd een nieuwe poging ondernomen om  de activiteiten van de Anderen te hervatten, zij het dit keer op internationaal niveau. Een nieuw bestuur, bestaande uit Theo van Doesburg (voorzitter), Vilmos Huszár (vicevoorzitter), de schilder Johannes Tielens en Nelly van Moorsel (secretaris), en opnieuw Louis Saalborn maar nu als gewoon bestuurslid nam zich voor niet alleen tentoonstellingen, maar ook conferenties, muziek- en theateruitvoeringen en literaire bijeenkomsten te organiseren, voor iedereen die een bijdrage wilde leveren aan de ontwikkeling van de 'nieuwe richting. Maar van dit alles kwam helaas echter niets terecht, wel organiseerde Nelly Van Moorsel gedurende het najaar-winter 1929-1930 een reeks tentoonstellingen onder de naam ESAC (Expositions Sélectes d'Art Contemporain).

Meer info volgt!