Louis Saalborn werd als zoon van de oorspronkelijk uit Rusland (Sint Petersburg) afkomstige acteur en regisseur Alexander Zaalborn en de Nederlandse actrice Jeanette de Groot op 13 juni 1891 in Rotterdam geboren. Eerder, op 30 november 1888 was daar ook al Arnold Saalborn geboren, die later als neerlandicus, docent, eveneens auteur en literair  vertaler, carriere zou maken. En in die zin vertaalde hij ook meerdere boeken en beroemde toneelstukken.

Nadat Louis Saalborn al op vrij jeugdige leeftijd (17 jaar) een begin had gemaakt met tekenen en schilderen, besloot hij zich op negentienjarige leeftijd  (1910) in te laten schrijven voor het kunnen bezoeken van Industrieschool der Maatschappij voor de Werkende Stand in Amsterdam, die hij echter na een jaar weer verliet om in plaats daarvan student van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten evenals in Amsterdam te worden.  Daar bleek al spoedig dat hij buitengewoon getalenteerd was; dat wordt ondermeer ook duidelijk door een blik te werpen op de tekeningen en schilderijen die hij in die tijd en daarna   tussen 1911 en 1913 maakte. 

In 1914 schiep hij vervolgens enkele schilderijen waarmee hij dermate sterk de aandacht op zich vestigde dat hij Erich Wichmann en Theo van Doesburg ervoor kon interesseren, samen de Kunstenaarsvereniging "DE ANDEREN" op te richten.  En nochtans deze vereniging geen lang leven beschoren was, veroverde zij gedurende de jaren van haar bestaan een grote naam als pioniersgroep met betrekking tot de ontwikkeling van de moderne en abstracte kunst in Nederland en Vlaanderen. En in die zin geldt Louis Saalborn ook vandaag nog als een van de pioniers van deze kunstvorm in de lage landen.

In 1915 en 1916 schiep Louis Saalborn een aantal werken waarmee hij nadat die bij de Kunstenaarsvereniging DE ONAFHANKELIJKEN in Amsterdam tentoongesteld geworden waren, zijn naam definitief vestigde. En dit laastste houdt tevens in dat wanneer Saalborn tussen 1915 en 1920 definitief voor een carriere als beeldend Kunstenaar zou hebben gekozen, hij wellicht vandaag als een van de belangrijkste Nederlandse kunstenaars van de 20ste eeuw bekend zou staan.  

De donkere jaren 1912 - 1918 zouden echter anders beslissen, hoewel hij in die tijd ook Piet Mondriaan leerde kennen waarmee hij tot aan diens overlijden in 1944 eng bevriend zou blijven. Daarnaast was de invloed die Saalborn's vader als man van het theater en de muziekdramatische kunst op Louis uitoefende zo groot, dat hij behoudens beeldend actief te blijven -dat zou overigens zijn hele verdere leven het geval zijn- er reeds in 1912 voor koos mee te gaan werken bij het toneelgezelschap van Willem Royaards... een in deie tijd nationale beroemdheid.  Vanaf 1920 werd hij zelfs DE SPIL van dat gezelschap... zo begon hij er vanaf het seizoen 1921 ook te regisseren en kostuums en decors voor te ontwerpen.  

Na op 15 maart 1922 met de actrice Hélène Henriette Hoos in het huwelijk te zijn getreden -uit dit huwelijk werd de latere actrice Liane Saalborn geboren- storte Saalborn zich nagenoeg volledig op het theaterleven; tegelijkertijd was hij in die tijd ook hoofdredacteur van het tijdschrift "Bladen van de Stadsschouwburg" en wat tot gevolg zou hebben dat hij in 1925 Willem Royaards als directeur van diens theatergezelschap opvolgde en meteen de naam van het gezelschap veranderde in "NIEUW NEDERLANDS TONEEL". Vanaf 1930 veranderde de naam  van het gezelschap opnieuw... nu in Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel en na 1938 maakte Saalborn vervolgens  deel van Het Nederlandsch Tooneel van Cor van der Lugt uit. Dat zou echter maar tot omstreeks 1941 mogelijk zijn; daarna namelikjk werden Saalborns theateractiviteiten door de Duitse bezetters verboden omdat hij Joodse ouders had., die echter op dat tijdstip al overleden waren.  

Na de bevrijding in mei 1945 werd Louis Saalborn vervolgens lid van de Stichting Amsterdams-Rotterdams Toneel (START) en het Amsterdams Toneelgezelschap... ook was hij in die tijd zoals ook voorheen veelvuldig als beeldend kunstenaar actief, al nam in die tijd en vooral na 1950 de kwaliteit van zijn werk sterk af. In plaats van dat zijn werk met het vorderen van de leeftijd beter werd, werd het slechter, hetgeen een fenomeen is waaronder ook veel andere europese kunstenaars te lijden hebben gehad. 

In 1953 trok Louis Saalborn zich tenslotte vanwege gezondheidsredenen uit de theaterwereld terug; wel richtte hij in 1954 samen met Lou van Hensbergen nog Het Brabants Toneel op, dat een jaar later Het Zuidelijk Toneel ging heten.

In 1957 overleed Louis Saalborn kort na zijn 66e verjaardag en werd zo gaat het verhaal zijn stoffelijk overschot door meer dan 75.000 toeschouwers naar zijjn laatste rustplaats op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam begeleid.  Dat er derhalve vandaag in met name Amsterdam nog steeds geen straat of plein naar Louis Saalborn is vernoemd, is gezien Saalborns betekenis voor het kunstleven in vooral de eerste helft van de 20ste eeuw  in Nederland, wrang te noemen. Maar wat niet is kan te allen tijde toch nog realiteit worden. (F.v.Str.)